Twee brugjaren 

De onderbouw bestaat uit een brugperiode van twee leerjaren waarin leerlingen met verschillende niveaus bij elkaar zitten in heterogene groepen. Leerlingen werken aanvankelijk op het niveau van het basisschooladvies: mavo-leerlingen op mavoniveau en mavo/havo-, havo-, en havo/vwo-leerlingen op havoniveau. 

Wij gaan op tijd in gesprek met ouders en leerling als blijkt dat een leerling moeite heeft met het niveau of juist een stapje extra kan. Doubleren in de tweejarige brugperiode kan in principe niet. Aan het eind van de tweejarige periode gaat een leerling door naar de derde klas van de mavo, de derde klas van de havo of in uitzonderlijke gevallen naar een andere schoolsoort. 

Bovenbouw mavo 

De mavo bovenbouw bestaat uit een derde en een vierde leerjaar. In het derde jaar volgen de leerlingen Duits of Frans. Aan het eind van het derde leerjaar kiezen de leerlingen voor een profiel: Techniek, Zorg & Welzijn, Economie of Landbouw. Ieder profiel kent zijn eigen verplichte vakken. In de derde klas volgen de leerlingen drie kunstmodules. In één van deze kunstvakken doen de leerlingen vervolgens examen. Leerlingen stromen door naar de havo of een mbo-(kunst)opleiding. 

Doorstromen naar havo of vwo?

Leerlingen die na het mavo-diploma willen doorstromen naar de havo moeten een zevende vak hebben gevolgd dat voorbereidt op het te kiezen profiel op de havo. We doen ons uiterste best alle doorstromers in 4 havo te plaatsen en doorgaans lukt dit. Wij kunnen echter geen volledige garantie op een plek bieden in verband met krapte in het gebouw. 

Leerlingen met een havo-diploma kunnen doorstromen naar het vwo. Het IVKO biedt helaas geen vwo-onderwijs. De scholen binnen de MSA die vwo aanbieden (Metis, Oostpoort, Terra Nova, en MLA) bieden voorrang aan leerlingen die door willen stromen binnen de stichting, maar bieden geen plaatsingsgarantie.

Mentoraat

Iedere klas wordt begeleid door een of twee mentoren. Iedere mentor is gekoppeld aan een aantal leerlingen en voert individuele coachingsgesprekken met die leerlingen. De mentor houdt het welbevinden, de cognitieve ontwikkeling en de creatieve ontwikkeling van de leerling in de gaten. Voor ouders is de mentor het eerste aanspreekpunt binnen de school. De mentor is ook de contactpersoon als er zorgen zijn over een leerling. 

Alle klassen hebben een mentoruur. Daarin worden de algemene en organisatorische zaken met de leerlingen besproken, is er aandacht voor het plannen en organiseren van het schoolwerk en wordt er aandacht besteed aan sociaal-emotionele onderwerpen en het groepsproces. 

Daarnaast is er ook een coachingsuur waarin de mentor ruimte heeft de leerlingen individueel te spreken. De mentoren in het derde leerjaar hebben als extra taak om de leerlingen te ondersteunen bij het maken van een verantwoorde keuze van het vakkenpakket. De mentor wordt daarbij in grote mate ondersteund door de vakdocenten en de decaan.

Cambridge Engels

Leerlingen die uitblinken in Engels kunnen deelnemen aan het Cambridgeprogramma. Het ‘Cambridge certificate’ is wereldwijd erkend en heeft een grote meerwaarde naast het reguliere diploma. De kosten voor deelname aan het examen Cambridge komen voor rekening van de ouders. Het Cambridge-programma wordt aangeboden in de IVKO-uren.

Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) 

Studiekeuze is en blijft lastig voor leerlingen en daarom is goede begeleiding van groot belang. 

Loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB) is erop gericht leerlingen in staat te stellen om zelfstandig een keuzeproces te doorlopen dat leidt tot verantwoorde keuzes tijdens de schoolloopbaan en daarna. Leerlingen krijgen zicht op hun capaciteiten, interesses, affiniteiten en attitudes. Leerlingen worden vaardig op het terrein van oriënteren, informatie hanteren, kiezen, plannen en reflecteren. Het doel van LOB is dat leerlingen komen tot een weloverwogen studiekeuze. Een goede invulling van LOB draagt bij aan het voorkomen van schooluitval en onnodig switchen van opleiding. 

In de bovenbouwklassen gaan leerlingen naar onderwijsbeurzen, doen snuffelstages, gaan naar meeloopdagen en open dagen voor het vervolgonderwijs. In de examenklassen is er een LOB-uur ingeroosterd om leerlingen goed te kunnen begeleiden richting een vervolgopleiding. Het LOB-uur wordt uitgevoerd door de decanen. De overige oriëntatie-activiteiten vinden plaats onder regie van de mentor. 

BEROEPSGERICHTe, KUNSTZINNIGe & MAATSCHAPPELIJKE stage

Leerlingen in mavo 3 en havo 3 volgen een maatschappelijke stage van 24 uur en presenteren hun bevindingen aan ouders en andere leerlingen. 

Rapportage en voortgang

Drie keer per jaar krijgen de leerlingen een rapport. Op het rapport staan de gemiddelde periodecijfers per vak, het gemiddelde jaarcijfer, de voortgang en hoe de docenten de autonomie, reflectie en sociaal leren van de leerlingen waarderen. Daarnaast is er ruimte voor een opmerking van de mentor of docenten. De leerlingen van 4 mavo en 4 en 5 havo hebben een cijferrapport, aangevuld met opmerkingen van docenten.

Digitaal portfolio: Leerpodium

Het IVKO heeft een eigen digitaal portfolio ontwikkeld. Dit is een beschermde webomgeving waarin leerlingen zowel opdrachten kunnen maken, als ook hun eigen, unieke schoolportfolio kunnen opbouwen. 

Leerlingen kunnen hierin bijvoorbeeld hun ontwikkeling in de kunstvakken laten zien. Vanzelfsprekend is het portfolio goed beveiligd en besloten. Leerlingen leren in deze omgeving ook hoe ze een website kunnen bouwen in Wordpress. We bouwen het werken met Leerpodium de komende jaren stap voor stap uit. Op dit moment werken de kunstvakken, CKV en Nederlands met het portfolio.

Basisvaardigheden

Goed kunnen lezen, schrijven, rekenen, een dialoog kunnen voeren en je laptop kunnen bedienen:  het zijn voorwaarden om het op de mavo of havo goed te doen. Maar ook zijn het essentiële vaardigheden in het dagelijks leven. Ze worden daarom basisvaardigheden genoemd en alle scholen in Nederland moeten hier volgens de wet aandacht aan besteden. 

Taal

De taalvaardigheden worden primair in de lessen Nederlands aangeleerd. Daarbij is er speciale aandacht voor het bevorderen van leesplezier in de eerste twee leerjaren.

In de brugklas worden alle leerlingen direct getoetst op taalachterstand. Leerlingen die niveau 1 F niet beheersen, krijgen extra ondersteuning in de lessen Nederlands. De taalvaardigheid van leerlingen wordt in alle volgende leerjaren gevolgd via Diataal-toetsen waardoor ondersteuning op maat geboden kan worden in de les. Het streefniveau op de mavo is taalbeheersing op referentieniveau 2 F en op de havo 3F. Binnen de verschillende onderbouw en bovenbouwvakken wordt tekstbegrip voor -zover mogelijk- op eenzelfde manier aan leerlingen geleerd. Barbara Wolff is de taalcoördinator.

Rekenen 

Sinds 2020 is het de bedoeling dat scholen het rekenonderwijs integreren in het vak wiskunde. Op het IVKO merken we echter dat dat niet genoeg is om de leerlingen tot de streefniveaus van 2F (mavo) en 3F (havo) te brengen. En dat hindert hen bij vakken als economie of biologie.

Onderbouw
We geven vanaf schooljaar 24/25 aparte reken-uren in de eerste twee leerjaren. In het eerste leerjaar ligt de nadruk op het bespreekbaar maken van rekenangst en het herhalen en verstevigen van de basisvaardigheden. In het tweede leerjaar ligt de nadruk op de toepasbaarheid binnen de andere rekenvaardigheidsvakken, zoals NaSk, economie en biologie. De rekencoördinator, Nathalie Audureau, monitort de voortgang van het niveau. In de eerste periode van beide leerjaren wordt de basisstof opgefrist en worden leerlingen getoetst per onderwerp. Voor deze toetsen krijgen de leerlingen geen cijfers, maar de resultaten worden wel bijgehouden in het leerlingvolgsysteem. Vanaf periode twee krijgen de leerlingen cijfers.

Middenbouw
In 3 mavo en 4 havo ronden de leerlingen rekenen af door middel van vier schoolexamens verspreid over het jaar. Hiertoe krijgen zij een lesuur in de week. In 3 mavo geldt dat alle leerlingen dit vak volgen. De docent geeft niet-bindend advies over pakketkeuze aan de hand van de resultaten van de rekentoetsen. In havo 4 geldt dat alleen leerlingen die geen wiskunde volgen verplicht zijn om rekenen te volgen. Het cijfer van het schoolexamen rekenen telt niet mee bij de uitslagbepaling voor het eindexamen, maar het cijfer wordt wel vermeld op een bijlage bij de cijferlijst. Er is geen minimumcijfer dat een leerling moet behalen.

Burgerschap

Burgerschap is een speerpunt van Maria Montessori. De school is een mini-samenleving en een oefenplaats om in een veilige setting te onderzoeken wat het vraagt om deel te nemen aan de maatschappij en hoe je een positieve bijdrage kunt leveren. Volgens Maria Montessori is het belangrijk dat leerlingen tot zelfkennis en ontplooiing komen door eigen keuzes te leren maken. Daartoe zijn ervaringen in de echte wereld (buiten de muren van de school) ook nodig. Op het IVKO geven wij geen apart vak burgerschap, maar komen de bouwstenen van burgerschap tot uitdrukking in alle lessen. Onze burgerschapscoördinator, José Aarts, heeft tien IVKO-specifieke bouwstenen ontwikkeld die gezamenlijk zorgen voor een democratische en inclusieve schoolcultuur. Kunstonderwijs is bij uitstek geschikt om burgerschap aan te verbinden. Door kunst kunnen leerlingen de wereld om hen heen proberen te begrijpen en te onderzoeken vanuit verschillende perspectieven. 

Digitale vaardigheden

Alle leerlingen volgen in de A een introductie digitale vaardigheden m.b.v. de methode Digit. Binnen de burgerschapsbouwstenen is aandacht voor mediawijsheid en de digitale identiteit van leerlingen. 

Voortijdigschoolverlaters

Er waren geen voortijdig schoolverlaters in schooljaar 2023/2024.

scholen op de kaart

Op de website ‘Scholen op de kaart’ is altijd een actueel overzicht van onze resultaten te vinden.
Zie: www.scholenopdekaart.nl. U vindt daar:

• Schooladvies en plaatsing
• Doorstroom binnen de school
• Examencijfers
• Slaagpercentage
• Doorstroom naar vervolgonderwijs

www.scholenopdekaart.nl